“Je begint altijd met een ploegenoverdracht. Hierin vertelt de ploeg die vóór je heeft gewerkt of er bijzonderheden zijn. Dan bekijk je het planprogramma: zijn er ritten ingeboekt, wat moet er geproduceerd worden en hoe laat moet het klaar zijn. Als menger probeer je dit dan zo te plannen dat de perserij verder kan en dat het voer op tijd klaar is.
Als perser bekijk je eerst wat de menger heeft ingepland. Dan weet je wat voor producten je kan verwachten. Dit is ook handig omdat we wekelijks een lijst krijgen van monsters die we moeten nemen. Die monsters gaan naar het lab voor analyse. Zelf controleren we het voer o.a. op korreldikte en maalfijnheid.
Op de afdelingen aftap en muesli neem je na de overdracht de machine over en zorg je dat hij blijft draaien. Storingen oplossen, lege zakken aanvullen, lege pallets aanvullen; dat soort werk. Al met al heb ik dus vier taken, erg afwisselend, en daarom juist zo leuk! Het is elke dag een mooie uitdaging om met elkaar het juiste product van de gewenste kwaliteit op het juiste moment af te hebben. Want uiteindelijk gaat het erom dat de klant zijn voer op tijd binnen heeft.”